Morgen, 29 februari 2024, in de papieren NRC. Vanavond al in NRC-online. Ook vanavond mag ik het artikel van Annemieke met jullie delen op mijn site.
Annemieke, dank voor de moed die je hebt opgebracht om jouw artikel in de wereld te zetten. En voor de moed die je opbrengt om jouw artikel ook komende zaterdag tijdens ons Verlaat Verdriet-symposium met ons te delen (wat nu wonderbaarlijk samenvalt met de plaatsing van jouw artikel in NRC).
Maak dood van jonge ouders bespreekbaar, nu is dat nog taboe
Over ouders die overlijden, wordt op school gezwegen, schrijft Annemieke Arendsen. Te pijnlijk. Beter is erover te praten. Of te zingen, zoals Joost Klein doet.
De Nederlandse deelnemer aan het Eurovisie Songfestival is Joost Klein. In zijn muziek is de vroege dood van zijn ouders een terugkerend thema. Er zijn in Nederland meer dan een miljoen mensen die als kind een of beide ouders verloren. In vergelijking met het probleem van gescheiden ouders is daar weinig aandacht voor, terwijl het op latere leeftijd veel invloed kan hebben. Een artiest die hier openlijk mee worstelt geeft een stem aan een onderwerp waar in families en door hulpverleners nog vaak over gezwegen wordt.
Gescheiden ouders
Het was 1993, ik was negen. Er kwam een nieuw jongetje in de klas. Daar was iets ergs mee gebeurd. Zijn ouders waren gescheiden, wat toen nog minder vaak gebeurde dan nu. In de klas voerden we er gesprekken over. Er was veel medeleven met het jongetje, ook bij mij. Gescheiden ouders, dat moest wel heel erg zijn.
Overleden Ouders
Dat mijn vader overleden was aan kanker toen ik drie was, daar vroeg eigenlijk nooit iemand naar. Als voor dat jongetje zoveel aandacht was, dan moest dat van mij wel niet zo erg zijn. Zonder af te willen doen aan de problemen van kinderen met gescheiden ouders, vind ik dit illustratief voor hoe er met dit issue werd omgegaan. Te pijnlijk om over te praten, of ervan uitgaand dat ik het wel ‘verwerkt’ had. Maar daarmee kreeg mijn negenjarige ik onbewust de boodschap mee dat mijn verlies en mijn verdriet niet telde.
Overlevingsstand
Het paste bij de instelling van mijn moeder en van veel overgebleven ouders van haar generatie: in de overlevingsstand gaan en er niet te veel aandacht aan besteden. Ik merkte als kind al dat mensen ongemakkelijk werden van het onderwerp. Ik vermeed het dus maar. Of ik zei er snel achteraan dat ‘het niet erg was’. Ik deed goed mijn best op school en leidde een normaal leven. Ik had mijn vader nauwelijks gekend, dus wie zou ik missen? En ik wilde niemand lastigvallen met mijn zielige verhaal. Ik vond mezelf trouwens ook helemaal niet zielig.
Ongekend gemis
Toch liep ik in de loop van het leven tegen dingen aan: een laag zelfbeeld en het gevoel anders te zijn. Langzaamaan kreeg ik het besef te leven met een groot, ongekend gemis waar ik geen vat op had. Kon ik dan toch iemand missen die ik nooit had gekend? Een psycholoog, bij wie ik rond mijn dertigste voorzichtig vroeg of de bijna burn-out waar ik mee worstelde niet iets met de vroege dood van mijn vader te maken kon hebben, wuifde het weg, dat kon er niet mee te maken hebben. Ik accepteerde het, het was een bevestiging van het beeld dat ik als kind had gekregen.
Tegenwoordig hoor ik van meer lotgenoten dat ze bij hulpverleners geen gehoor vinden als het gaat over het verlies van hun ouders. Het lijkt in die wereld een blinde vlek. Maar is dat wel terecht? Recent Fins onderzoek laat bijvoorbeeld zien dat kinderen die hun ouder verliezen later vaker psychische problemen hebben.
Verlaat Verdriet
Titia Liese begeleidt al decennia vanuit eigen ervaring mensen die als kind een ouder, of beide ouders verliezen. Ze heeft honderden, zoals zij het noemt, ‘Verlaat Verdriet-ers’ gesproken, en ziet veel dezelfde problemen. Mensen lopen vast, voelen zich een buitenstaander en hebben een laag zelfbeeld.
Traumapsycholoog Herman de Mönnink pleit voor erkenning van jong ouderverlies. ‘Dat het thema niet de aandacht krijgt die het verdient, is gebaseerd op een kennistekort bij professionals. Daardoor kan het gebeuren dat mensen met een depressie, angst of agressie worden geholpen zonder de relatie met het jong ouderverlies te onderkennen. Alsof het om een mentale ziekte gaat. Die klachten kunnen echter ‘reactief’ zijn, een normale reactie op jong ouderverlies. En als dat wordt onderkend geeft dat echt normaliserende kijk en aanpak.’
Joost Klein
Ik had nog nooit van Joost Klein gehoord, maar hij raakte iets in mij. Zijn pijn bij dubbel ouderverlies moet ongekend zijn. In het nummer Wachtmuziek gaat het over in de wacht staan voor hulp, de eenzame worsteling. Het gevoel te moeten overleven, niet gehoord worden, als jong kind al leren leven met de zwaarte van de dood, ook al was het in mijn geval dan ‘maar’ één ouder, het is herkenbaar. Nu pas, rond mijn veertigste, weet ik inmiddels zeker dat er ook in mijn leven problemen zijn die wel degelijk terug te voeren zijn op het verlies van mijn vader, en het feit dat ik nooit echt gerouwd heb.
Trauma
Kinderen die jong een ouder verliezen, worden goed in overleven. Ze hebben vaak een instelling van ‘we lossen het zelf wel op’. Erover praten helpt, weet ik uit eigen ervaring. Maar dan moet je vaak eerst een zwijgen doorbreken. Erover praten en alsnog een rouwproces doormaken kan helend werken.
Er is tegenwoordig enorm veel aandacht voor trauma in het algemeen. Hopelijk helpt de bekendheid van Joost Klein voor meer openheid over jong ouderverlies, dat voor veel mensen wel degelijk een traumatische ervaring is.
Annemieke Arendsen is Neerlandicus en ervaringsdeskundige.
Lees meer