In verband met een Verlaat Verdriet-workshop zocht ik een dagboekje op waarin ik in de winter van 1998 regelmatig schreef.
De volgende tekst van Emily Dickinson (1830-1886), die ik in dit dagboekje tegenkwam, wil ik graag met je delen:
Ik voelde een splijten in mijn hoofd
als was mijn brein gedeeld
Ik probeerde het te maken
voeg voor voeg
maar kreeg het niet geheeld
In hetzelfde boekje, dat ik vooral gebruikte om in contact te komen met het kind in mij – het meisje dat zes was toen haar moeder ziek werd en dat op haar achtste haar moeder verloor – schreef ik op 18 december 1998:
Kom lief meisje
voel je angst
voel je verdriet
voel hoe erg het is geweest
voel hoe erg het voor jou is geweest.
Kom
ik houd je vast.
Wij zijn één,
samen zijn we krachtig
samen zijn we sterk
samen zijn we in staat dat enorme gat dat altijd weer in mijn leven komt te dichten.
Kom meisje
samen zijn we sterk.
Kom meisje
samen maken we een nieuwe basis.
Kom meisje
manifesteer je
laat je zien.
En op 31 december 1998
Lief klein meisje
Ik wil graag van je houden
Ik wil je graag aaien
Ik wil je graag opnemen in mijn leven
Ik wil graag niet meer bang voor je zijn
Ik wil graag je niet meer bang maken
Ik wil graag je niet meer in een hoek drijven
Ik wil je niet slaan
Ik wil je niet vernederen
Ik wil je niet angstig maken
Kom bij me
Laat me je vasthouden
Laat me je verwarmen
Laat me je beschermen
Kom bij me zitten
Dan kunnen we aan elkaar wennen
Kom alsjeblieft
Wacht!
Ik kom naar jou toe.
Laatste berichten van Titia Liese (toon alles)
- De mythe van veerkracht, en wetenschappelijk onderzoek - 15 september 2024
- Gedicht van Wislawa Szymborska: Grote pret - 11 september 2024
- Kennismaken met Casa Matilde - 9 september 2024