Op vrijdag 4 maart hebben we de laatste trainingsdag van de tweede groep van de jaartraining De kunst van het verbinden bij Verlaat Verdriet. Zal ik het zeggen? Zal ik het niet zeggen? Kan ik het maken om het niet te zeggen in een groep mensen die als kind een ouder hebben verloren door de dood? Kan ik mijn mond houden? Mag ik zwijgen? Ik bel Geerte om het aan haar voor te leggen. Mijn boodschap komt hard binnen. Net als ik is Geerte jong haar moeder verloren door kanker. Misschien is er helemaal niets aan de hand, zeg ik. Maar mijn gevoel zegt me dat ik het niet kan maken mijn mond te houden, ook al zal deze boodschap waarschijnlijk veel invloed hebben op dit laatste samenzijn met deze groep.
Mammografie
In de ochtend van deze dag wacht ik mijn beurt af op de röntgenafdeling voor de mammografie. Niks bijzonders aan de hand. De mammografie wordt gemaakt en dan moet ik op de gang wachten of er meer nodig is dan alleen die mammografie. Ik wacht rustig af op die gang. Met mij niets bijzonders aan de hand. Verschrompelde melkkliertjes. Nou ja: dat kan toch op mijn leeftijd en met het bestralingsverleden van vijftien jaar terug? Het wachten duurt lang en roept wel associaties op met vroegere ervaring. Wachten. Wachten. Wachten. Dan word ik binnen geroepen. De mammografie geeft aanleiding voor een echo. Nou ja: beter goed gecontroleerd dan half. De dokter zoekt en zoekt, maar zegt niet veel. Dan zegt hij: ik ga een punctie doen, voor de zekerheid. Ook goed.
Ik krijg een afspraak voor de uitslag op donderdag 10 maart. Als ik drie kwartier later het ziekenhuis uitloop is er toch ineens heel veel veranderd. Moet ik nou weer? Dat kan toch niet waar zijn?
Thuisgekomenkijk ik in mijn agenda. Ik zie meteen dat op die dag een workshop start. En, heel ongewoon: ik heb twee workshops vlak achter elkaar gepland. De eerste start op donderdag en loopt door tot zaterdagmiddag, de tweede start op zondagavond en loopt door tot dinsdagnamiddag.
Ik heb even bedenktijd nodig. De workshops wil ik het liefst door laten gaan. De deelnemers hebben zich al een tijd geleden aangmeld. Het is tijd dat ze de workshp ook echt kunnen gaan doen. Een iemand heeft me net deze week in paniek opgebeld. Ik zie dat je een workshop hebt staan en ik moet. Ik moet nu echt. Ik heb het zo lang uitgesteld, maar als ik nu niet iets doe loopt mijn huwelijk op de klippen.
Als er met mij niets aan de hand is, is er geen reden om deze beide workshops niet door te laten gaan. Is het wel foute boel, dan kan ik deze workshops niet begeleiden. Ik weet te goed wat er, van binnen, allemaal met je gebeurt. Hoe je van het ene moment op het andere moment een ander soort leven indondert. Als ik de kwaliteit die ik heb – me af stemmen op wat er nodig is in een workshop – niet ten volle kan benutten omdat ik teveel op mijzelf gericht ben, kan ik geen goede workshop bieden en dat is noch voor de deelnemers, noch voor mij goed. Ik leg mijn dilemma voor aan Els. Gelukkig pakt zij meteen haar agenda en zegt: ik kom je assisteren in de tweede workshop. Wat een opluchting! Wat een bereidwilligheid van Els!
Ik bel het ziekenhuis en zeg dat ik, in verband met werk, de afspraak van de uitslag wil verzetten. Degene die ik aan de telefoon heb sputtert tegen: werk kan toch niet belangrijker zijn dan gezondheid. Maar ik weet het zeker en de afspraak wordt verzet naar 17 maart. Voor mij voelt dat helemaal goed. Ik lig er niet van wakker. Ik kan het goed parkeren en ben eigenlijk niet eens heel erg bezorgd. Ik ben toch helemaal niet aan de beurt voor nog een rondje kanker?
Naar de huisarts
Al vroeg in de ochtend bel ik de praktijk van de huisarts. Diezelfde middag kan ik terecht. Ik vertel de huisarts wat ik heb gezien. Hij kijkt wat twijfelend, maar niet erg verontrust. Als ik me uit heb gekleed zegt hij: ja, ik zie wat je bedoelt. Hij voelt mijn borst. ‘Er is niets bijzonders te voelen’, zegt hij. Terug in de spreekkamer zegt hij dat hij een afspraak zal maken met het ziekenhuis, dan hoef ik niet lang te wachten. Aan het einde van de middag belt hij me op om te zeggen dat ik de volgende dag in het ziekenhuis terecht kan, op de rontgen-afdeling. Eigenlijk heb ik over een maand een afspraak voor de jaarlijkse mammografie en daarna de controle-afspraak met de chirurg. Nou ja: dan maar een maandje eerder. Ook niet erg.
Toch maar morgen naar de huisarts
Zondagavond ga ik, als gebruikelijk, bij M. – mijn partner – eten. Als altijd heeft hij heerlijk gekookt. Na het eten kom ik nog even terug op zijn sms-je. Dat was het dan, zeg ik. Dank je wel dat je het voor me op hebt gezocht. Ik ben er klaar mee. Als ik jou was zou ik toch even naar de huisarts gaan, antwoordt M. Waarom? vraag ik. Dat is toch onzin? Ik weet nu toch wat het is? Er is toch verder niets te voelen? Maar ik weet dat hij gelijk heeft. Ik ga toch morgen opbellen om een afspraak te maken.
Kritischer kijken
Vanavond is de individuele workshop met Y. begonnen. We hebben, nu we met z’n tweeën zijn, ruim de tijd voor de kennismaking. Y. vertelt over haar onzekerheden betreffende haar lijf. Al een jaar lang wordt ze onderzocht omdat er iets met een borst niet naar behoren is, maar niemand die goed kan zien of begrijpen wat er aan de hand is. Y. verloor als jong kind haar vader door een medische fout. Haar, zeer begrijpelijke, tekort aan vertrouwen in de kennis en vooral in de kunde in de gezondheidszorg is groot. Als ik naar bed ga merk ik dat de verhalen van Y. mijn luchthartigheid over de verandering in mijn eigen borst in een ander daglicht zet. Morgenochtend zal ik weer kijken, maar nu kritischer.
Voor de derde keer?
Afgelopen augustus, in de week voor mijn vakantie, ben ik naar de huisarts gegaan om te vragen of die verschrikkelijke vermoeidheid die ik al tijden voel echt toe te schrijven is aan de bestralingen die ik twee jaar geleden heb ondergaan. In het vroege voorjaar van 2009 werd opnieuw kanker in een van mijn borsten aangetroffen. Tweede keer borstkanker, nu in mijn linker borst. Pech!!! Na de borstoperatie ben ik braaf 36 keer naar Arnhem, naar het ARTI, gegaan voor de bestralingen. Een terloopse opmerking van de chirurg – dezelfde als vijftien jaar geleden – dat sommige vrouwen er voor kiezen om geen nabehandeling aan te gaan, heb ik in mijn oren geknoopt. Vijftien jaar geleden hoefde ik, na de bestralingen, geen verdere nabehandelingen. Deze keer is het advies, aansluitend aan de bestralingen: chemokuur en daarna nog vijf jaar hormoontherapie. Ik besluit het advies voor verdere nabehandelingen naast me neer te leggen. Mijn besluit wordt gerespecteerd. De oncologe verzekert me: U kunt altijd terugkomen als u er op terug wilt komen. Wel vraag ik de chirurg (zij heeft mij zowel vijftien jaar geleden als nu behandeld en heeft ook altijd de jaarlijkse controles uitgevoerd) of het raadzaam zou zijn mij in een MRI-programma te zetten. Het lijkt haar een goed plan, ze zal het voorleggen aan het oncologieteam. Wat jullie ook beslissen, ik acceteer jullie beslissing, heb ik gezegd. Bij de eerstvlgende controle vertelt ze me, dat het oncologieteam de MRI-scan niet nodig voor me acht. Ik word kennelijk niet als erg gevaarlijk beschouwd. Dat hoor ik graag!
En dan nu die tepel: ik ben toch niet aan de beurt voor nog een keer????
In augustus 2009 heeft de huisarts mijn bloed laten onderzoeken. De dag voor mijn vakantie belt hij me op. ‘Je bent echt helemaal gezond’, vertelt hij aan de telefoon. Misschien zou je eens contact kunnen opnemen met een homeopaat, zegt hij nog. Die werken anders dan wij en soms kunnen zij iets vinden wat buiten onze onderzoeken valt. Ik maak meteen een afspraak, maar eerst 3 weken vakantie om uit te rusten van die vermoedheid. In september heb ik de homeopaat opgezocht. Die constateert een grote disbalans tussen energie en gee-energie. Precies zoals ik me in de twee jaar gevoeld heb. Als het energetisch goed met me ging, ging het goed. Als het enegetisch niet goed met me ging kon ik niet veel, zowel fysiek als mentaal. Ik krijd medicatie voorgeschreven. In januari 2011 ga ik terug. De medicatie die ik kreeg is zo goed als op. Veel bijzonders komt er niet uit, behalve een gepeperde rekening en nog meer dure medicijnen. Ik wil mijn eigen lijf terug, besluit ik. Geen medicatie meer!
Terwijl ik s ochtends weer als gewoonlijk onder de douche sta gaat er van alles over de eerdere twee borstkankers door me heen. Maar in paniek raak ik niet. Het zal de leeftijd zijn, bedenk ik me andermaal.
Gewoon doorgaan
Het ziet er echt anders uit dan ik gewend ben. Maar wat heeft dat te betekenen? Het is mijn rechterborst waar dit fenomeen zich voordoet. Vijftien jaar geleden is in deze borst kanker aangetroffen. De borst is toen bestraald geweest. Toch niet weer? Ik schud het van me af – onzin. Natuurlijk niet weer. Ik ben helemaal niet aan de beurt voor weer kanker. Ik stap onder de douche vandaan en vergeet het de rest van de dag. Het zal de leeftijd zijn. Vanmiddag naar nieuw Vitality. Sport met een personal coach. Kortgeleden ben ik daar begonnen en het bevalt me goed om dit, naast de yoga die ik al jaren en jaren doe, te doen.
Toch niet weer?
Het ziet er echt anders uit dan ik gewend ben. Maar wat heeft dat te betekenen? Het is mijn rechterborst waar dit fenomeen zich voordoet. Vijftien jaar geleden is in deze borst kanker aangetroffen. De borst is toen bestraald geweest. Toch niet weer? Ik schud het van me af – onzin. Natuurlijk niet weer. Ik ben helemaal niet aan de beurt voor weer kanker. Ik stap onder de douche vandaan en vergeet het de rest van de dag. Het zal de leeftijd zijn. Vanmiddag naar nieuw Vitality. Sport met een personal coach. Kortgeleden ben ik daar begonnen en het bevalt me goed om dit, naast de yoga die ik al jaren en jaren doe, te doen.
Het zal toch niet waar zijn?
Het ziet er echt anders uit dan ik gewend ben. Maar wat heeft dat te betekenen? Het is mijn rechterborst waar dit fenomeen zich voordoet. Jemig, het zal toch niet zijn? Niet zeuren. Het is gewoon de leeftijd.
Zag ik er zo uit?
Vanochtend, onder de douche, kijk ik langs m’n lijf naar beneden. Het lijkt wel alsof de tepel van mijn rechterborst korter is geworden. Een beetje verbaasd vraag ik me af Zag ik er zo uit? Misschien zie ik het niet goed. Morgenochtend zal ik het nog eens bekijken.