Schrijven, uitgeven, lezen

Een boek schrijven

‘Ik kan er wel een boek over schrijven…….’
Regelmatig kom ik Verlaat Verdriet-ers tegen die verzuchten: ‘Ik kan er wel een boek over schrijven……’
Maar dat je dat ook werkelijk kunt doen: da’s toch een heel ander verhaal…..
En dat je het zelf kunt uitgeven: da’s nog weer een straatje verderop……

Platform

Dan is het fijn dat er een platform bestaat, een soort Eerste hulp bij schrijven, Eerste hulp bij uitgeven en Eerste hulp bij verkopen.

Afgelopen week kreeg ik goed bericht voor onafhankelijke schrijvers en (kleine) uitgevers, die op zoek zijn naar een platform waar je

  • wordt uitgenodigd en geïnspireerd om te schrijven, 
  • wordt uitgenodigd je eigen uitgever te zijn 
  • je boek te koop kunt aanbieden. 

Dat platform is er namelijk: Heel Nederland schrijft en Heel Nederland leest

Digitaal magazine beschikbaar

Ik kreeg onderstaand bericht toegestuurd door de initiatiefnemers van de beide platforms: Carin Wormsbecher & Ric Hofmans. Dit bericht geef ik op mijn beurt weer graag door aan jou: het eerste nummer van het digitale magazine Heel Nederland leest is beschikbaar! Met de uitnodiging dit bericht op jouw beurt weer door te geven aan mensen die jij kent, en die er blij mee zullen zijn.

 

Carin Wormsbecher & Ric Hofmans
Initiatiefnemers van Heel Nederland Leest en Heel Nederland Schrijft

Carin Wormsbecher

Carin is mede-initiatiefnemer en -organisator van het Verlaat Verdriet-symposium 2017.

Maak kennis met deze bijzondere vrouw en ondernemer:

Sinds jij ons verliet

Sinds jij ons verliet
zit er een zwart gat in mijn hart,
waardoor ik mijzelf kan verliezen in een peilloos diep verdriet.

Het overvalt me op onverwachte momenten,
is alles overweldigend en grijpt me bij de keel.
Mijn hoofd explodeert, mijn hart scheurt uit elkaar,
een oceaan aan tranen, het lijkt of er geen einde aankomt.
Er komt geen woord meer uit, ik ben afgesneden van mijn gevoel.
Het omrandt mooie momenten zwart en verzwaart mij.

Soms ben ik bang erin te verdwijnen en nooit meer boven te komen.
Maar dat gebeurt niet – ik ben een overlever, omdat jij ons verliet.
Ik kende grote eenzaamheid, miste een vangnet, een plek vol warmte om in thuis te zijn.

Wie droogt nu mijn tranen als ik mij verloren voel?
Jij ging – en ik was nog niet klaar om het alleen te doen.
Ik heb je ontzettend gemist in mijn leven – en mis je nog steeds.

Joyce,
43 jaar,
8 jaar
toen ze haar moeder verloor door zelfdoding

Uitgeven in eigen beheer

Lezers van mijn boeken hebben het mogelijk al geconstateerd: ik ben een groot voorstander van boeken uitgeven in eigen beheer. Uitgevers hebben andere motieven om uit te geven dan ik. Voor een uitgever is continuïteit van haar/zijn bedrijf – geld dus – in de eerste plaats reden om uit te geven. Voor mij is het delen en doorgeven van kennis van en inzicht in gevolgen van jong ouderverlies aanleiding tot het schrijven en uitgeven van Verlaat Verdriet-themaboeken. Ik wil zelf voor de volle honderd procent bepalen hoe een boek eruit gaat zien. Hoe omvangrijk een boek wordt. Hoe groot de oplage wordt. Hoe de inhoud eruit gaat zien. Enzovoort enzovoort.

Zo ging ik voor mijn nieuwe boek, Gids voor Verlaat Verdriet, op zoek naar een drukker, bij voorkeur in mijn buurt.
Zo kwam ik terecht bij Drukkerij Wedding in Harderwijk.
Zo maakte ik kennis met Carin Wormsbecher van drukkerij Wedding.
Zo maakte ik kennis met het boekenhart van Carin: Heel Nederland schrijft. Meteen in het eerste gesprek met Carin was er een geweldige klik tussen haar en mij. We delen een boekenhart! Binnen een uur in ons eerste gesprek bedachten we dat we samen een symposium/congres/seminar zouden kunnen organiseren rondom rouw en het schrijven/maken van (herinnerings)boeken.

Daar zijn we mee bezig.
En hoe!

Nieuwsgierig geworden? Binnenkort meer over onze plannen via mijn blog.

 

 

R.M.Rilke: Liefdeslied

Ken je dat? Je weet het ergens wel, maar je gaat niet recht op je doel af. Waarom niet? Mij overkwam dat in de afgelopen dagen weer eens.
Gisteren schreef ik over de voorstelling Violet, in het papieren theater van Frits Grimmelikhuizen in Deventer ( alle goeie dingen komen ) en mijn zoektocht naar Liefdeslied van Rainer Maria Rilke
Gezocht op het web. Frits Grimmelikhuizen gemaild met de vraag waar ik het lied dat hij gebruikt in Violet kan vinden (en antwoord gekregen).

En al die tijd wist ik het eigenlijk wel. Het gedicht staat in het herinneringsboekje aan mijn moeder, dat mijn vader na de dood van mijn moeder (1957) voor mij heeft geschreven. En toch bleef ik elders zoeken, want ik wist het niet zeker dat deze tekst er in zou staan.

Vanochtend heb ik het boekje eindelijk erbij gepakt en nu weet ik het wel. Mijn vader heeft Liebeslied  in het herinneringsboekje geschreven. Rilke was één van de lievelingsdichters van mijn beide ouders. Stapels Rilkes heb ik geërfd, en allemaal heb ik ze in het verleden weggedaan. Nooit heb ik iets met Rilke willen doen (behalve weg doen dan). Maar nu komt hij ineens – zomaar, maar opnieuw – binnen in mijn leven.
En hij is welkom!

Liebes-lied

Wie soll ich meine Seele halten, daß
sie nicht an deine rührt? Wie soll ich sie
hinheben über dich zu anderm Dingen?
Ach gerne möcht ich sie bei irgendwas
Verlorenem im Dunkel unterbringen
an einer fremden stillen Stelle, die
nicht weiterschwingt, wenn deine Tiefen schwingen.
Doch alles, was uns anrührt, dich und mich,
nimmt uns zusammen wie ein Bogenstrich,
der aus zwei Saiten eine Stimme zieht.
Auf welches instrument sind wir gespannt?
Und welcher Geiger hat uns in der Hand?
O süßes Lied.

 

Liefdes-lied

 Waar moet ik toch mijn ziel bewaren dat
zij niet langs de jouwe strijkt? Hoe draag ik haar
over jou heen en weer naar andere dingen?
Hoe graag niet liet ik haar in iets verzinken,
bracht ik haar onder ergens in de nacht,
verloren in een vreemde stilte waar
niets verdertrilt wanneer je dieptes klinken.
Maar alles wat ons aanraakt, jou en mij
beroert ons samen als een strijkstok die
twee snaren tot één melodie gebiedt.
Op wat voor instrument zijn wij gestemd?
En welke hand heeft ons omklemd?
O teder lied.

 

Rainer Maria Rilke
Neuen Gedichte, 1907
Vertaald door Menno Wigman, 1996, Uitgeverij Bert bakker, Amsterdam

Documentaire van Renée Span

Gisteren ontving ik een tip van M. in verband met een documentaire van Renée Span:
Ik keek van de week de documentaire van de BOS omroep van Renée Span. Hij is zo mooi, ze vertelt over haar zoektocht naar haar vader; herkenbare thema’s voor de Verlaat Verdriet-ers.

Renée Span

Filmmaakster Renée Span heeft maar één foto waar zij en haar vader samen op staan. Niet veel later, als ze bijna zeven is scheiden haar ouders. Daarna ziet ze haar vader, een op dat moment succesvolle Friese muzikant, nooit meer. Het leven zonder vader lijkt Renée prima af te gaan, maar als ze op haar 21e hoort dat Frans is verdronken, voelt ze zich toch ontworteld. Inmiddels is de filmmaakster 45, en tegen haar wens in kinderloos gebleven. Juist nu ze die wens probeert los te laten, begrijpt Renée niet dat haar vader destijds zo ‘gemakkelijk’ afstand van haar nam.

Aanwezigheid

Is de aanwezigheid van een vader onmisbaar, om een sterk en geaard persoon te worden?
Wat is de invloed van het gemis van wortels in je leven?

Deze vragen vormen het begin van de filmische en persoonlijke zoektocht die Renée Span besluit te maken. Ze gaat langs oude vrienden van haar vader, duikt in de archieven, vindt onbekende familieleden en gaat te rade bij de mensen in haar directe omgeving.
Het resultaat is een intieme poëtische documentaire, een visueel mozaïek van videomateriaal, 8mm-films, foto’s, brieven, krantenartikelen, gesprekken en gebeurtenissen in haar eigen huidige leven.

Zichtbaarheid

Naarmate het beeld van haar vader scherper wordt, neemt ook haar eigen zichtbaarheid steeds meer toe.

Mijn Droomreis

Mijn Droomreis, 28 MEI- 4 JUNI 2014

Op 16 mei j.l. stuurde Steef mij haar ervaringsverhaal En dan krijgt je leven een heel andere wending. Op 10 juni stuurde Steef me het vervolg van haar ervaringsverhaal.

Steef,
35 jaar,
14 jaar toen ze haar vader verloor
als gevolg van ziekte.

28-05-2014

Gister (woensdag 28-5-2014) ging om 4 uur de wekker na een goede nacht. Binnen een uurtje zat ik in de auto. Mijn ‘droomreis’ gestart. Dat ik last heb van topografische dyslectie weet ik al langer, maar zo dicht bij huis is nieuw. Op de A12 stonden borden dat de A2 was afgesloten, precies de route die ik wilde nemen. Oké, ik overstag, dan via de A12 en de A3. De TomTom bleef volhouden dat ik fout reed. Uiteindelijk naar hem geluisterd en in de buurt bij Arnhem naar beneden via de A50 en A73. Ook toen speelde de topografische dyslectie weer op. Mijn oriëntatie was weg. Via de regenradar app vond ik weer een soort van oriëntatie. Ik ging de goede kant op, in ieder geval naar het zuiden. Om 7.15, na 198 kilometer bereikte ik de grens. Tot dusver had ik geluk met de file. Om 9 uur hield ik een korte tank en koffie pauze, zo dat heet bijkomen.

530 kilometer gereden

530 kilometer gereden, 11 uur en op de A5. De komende kilometers zijn slopend, iets anders kan ik er niet van maken. Met een gemiddelde van 20 vrachtwagen per 5 minuten. Inhalen was op de 3 en 4 baans weg een lange slang waar dat mondjes maat ging. Tot overmaat van ramp waren er veel wegwerkzaamheden en moesten we van 3 of 4 banen naar 2 en soms 1. Veel file dus en koffie moet er ook weer uit. Op het moment dat er weer gegast kon worden, ik me keurig aan de snelheid hield zag ik een ‘flits’, ik kan hooguit 1 km te hard hebben gereden. Op de A8 ging het file rijden verder. Ik was het al zo zat, opgeven was geen keuze. Om 13.00 uur heb ik er 640 kilometer opzitten – Stuttgart Flughafen.
De A7 gaat lekker, al was ik gespitst want de weg werd 30 minuten afgesloten voor het weghalen van een baustelle, gelukkig niets gezien. Ergens kwam nog een beetje energie vandaan, om 15.30 reed ik Lermoos in. Het voelde echt als thuiskomen. Om 16 uur uitgepakt en wel zat ik op de bank even bijkomen voor de laatste activiteit van vandaag; boodschappen.
De vermoeidheid zat er goed in. Thuis verheugde ik me op vanille yoghurt met rote grutze. Ik was er van overtuigd dat iemand die uit mijn kar had gejat. Het stond ook niet op mijn bon. Even later bleken ze in de koelkast te staan, de vermoeidheid begint zijn tol te eisen.

Papabeeld

De reis heeft me flink uitgewoond. Ondanks dat het goed ging en ik niet emotioneel was, ging ik me in Ehrwald steeds meer beseffen wat ik ga doen. De vermoeidheid en tranen hadden invloed op elkaar. Ik heb ‘mijnpapabeeld’, zijn foto en zonnebloem een mooi plekje op de vensterbank gegeven. Toch was ik meer bezig om mezelf warm te krijgen en houden. De verwarming stond uit en in de woonkamer was de maximum temperatuur 16 graden, badkamer 13 graden en slaapkamer 12 graden. Gelukkig had ik al mijn warmteharten mee, voor een ander doel, maar gaven mij nu voldoende warmte. Elektrisch koken, pan water er op en mijn oventje aan lieten de woonkamer temperatuur stijgen naar 19 graden. In mijn bed lag een metalen dienblad met net gekookte warmteharten en een deksel er op. Met fleecedeken en trui was ik in no-time vertrokken naar dromenland.

29-05-2014

Donderdag 29-5-2014 werd ik frisser en fruitiger wakker. Het was koud, ijskoud in de woonkamer, 14 graden, en net uit bed voelt het nog kouder. Ingewikkeld in een fleece deken, koffie gezet en na 3 mokken koffie kwam er wat leven in me. Bijna alles een plekje kunnen geven, het is hier weer enigszins leefbaar en mijn hoofd lijkt meer tot rust te komen. Om 10 uur een afspraak om te prikken bij Liesbeth, maar eerst naar Café Leitner voor de gastenkaart en om te melden dat ik in een vrieskist leef. Vele excuses en er werd gegarandeerd dat ik er vanavond warmer bij zit. Buiten is het bijna warmer als binnen en merk dat mijn winterjas overbodig is als ik naar Haus Alpenblume loop. Na de prik naar huis gelopen en voelde dat dit het moment was om te bellen voor de rescue medicatie. Terwijl deze inwerkte dronk ik 2 bakken thee en met het aankomst cadeautje, een heerlijke Linzer Auge. Stefan en Milika zag ik aan komen lopen en ja, de verwarming werd lauw, waar een mens al niet blij om kan zijn.

Lärcherwald

Vanmiddag een deel van mijn missie kunnen voltooien. Ik ben via het Lärchenwald, naar het bankje van mijn moeder gelopen. Ik heb het beeld hierop gezet en heb 2 stenen gezocht. Toen pas leek er een soort steentje te vallen dat dit bij mijn hele ritueel hoort. Doorgelopen naar mijn nieuwe bankje, althans nieuwe planken, en hier hetzelfde gedaan. Een heel ander soort steen dan in het bos. Dat merkte ik thuis met het graveren, de stenen bij mijn bankje stonken meer. Ik kon het nog net droog houden en toen ik de steentjes gegraveerd en wel op de vensterbank legde bij ‘mijnpapabeeld’, foto, as en zonnebloem bleven de tranen urenlang op het drempeltje liggen van gaat het komen of niet. Ik heb lange tijd in het hoekje gezeten kijkend naar alles, net een paar zonnestralen die mijn lijf probeerde te verwarmen, ik heb het nog steeds koud.

 

 

 

 

 

Kaunertal

Er was ineens enorme twijfel of ik morgen naar het Kaunertal ga. Ik heb vele weerberichten gezien en iedereen meldt iets anders. Dit is verwarrend. Uiteindelijk na het eten zo veel mogelijk klaar gelegd. Batterijen opgeladen en extra warme kleding klaargelegd.

30-05-2014

Vrijdag 30-5-2014 ging om 7 uur de wekker. Het eerste wat ik deed was het gordijn opzij, pff regen. Twijfel ging verder, ontbijten met twijfel, aankleden met twijfel, twijfel maakt me gek en dat is nu alles wat ik wil. Na 3 keer het weerbericht te hebben gezien, ik ga! Verena Schneider heeft het afgelopen 2 vakanties geen enkele keer goed voorspeld, dus ga ik nu van het tegenovergestelde uit, dat wat de overige weerberichten voorspellen. In de ochtend mogelijk enkele buien en tegen de middag opklaringen. Het panorama beeld in het Kaunertal, die ik al weken volg, laat geen extra sneeuw zien. Na de laatste slok koffie vertrek ik.

Om 10 uur bereik ik het bord ‘Gruss gott im Kaunertal’. Onderweg was het een spel van ruitenwissers aan of uit, een standje langzamer of steller, of de langzame stand met af en toe een keer wissen. Het was niet druk onderweg en kon overal doorrijden. Het was alleen opletten dat ik geen snelwegen nam in verband met de tol, gelukt.

Bij de toegangspoort, ‘ein mal‘, waarop ik direct de vraag terug kreeg ‘zum skifahren?’, ‘nein‘, kassa €23,00 voor een dagkaart. Op het ticket staat ‘wo der Steinbock zu Hause ist‘, ik dus. Te maf voor woorden dat ik moet betalen om naar mijn vader te kunnen.
Een rit van 29 haarspeldbochten staat me te wachten, alsof ik hier gister nog was. Ik voel me vreemd, kan het niet beschrijven. Aan het einde van het stuwmeer trek ik mijn thermokleding aan. Een uitdaging om in de auto te doen. Eerst shirt en na twijfel de broek. Buiten de auto hijs ik alles in juiste vorm. Ga weer zitten en bekijk het stuwmeer. Ik heb hem nooit zo leeg gezien. Binnen no-time schiet de gedachte door mijn hoofd dat mijn vader hier doorheen is gestroomd. De gedachte is snel weg, perplex hoe leeg ik me voel. Ik voel spanning in mijn lijf, mijn hoofd is leeg, vreemd. Terwijl ik gedachteloos naar het lege meer staar, de regen op het raam hoor tikken, eet ik met veel moeite een krentenbol. Ik heb geen trek, maar weet dat ik iets moet eten, op de helft geef ik op en spreek met mezelf af dat ik de andere helft boven op eet, voordat ik ‘mijnpapabeeld’ plaats.
Ik rij verder, het is rustig en ben pas 3 auto’s tegen gekomen. Ik zeg vaak tegen mezelf dat mijn papa trots op me zou zijn, dit neemt het vreemde gevoel in mijn buik niet weg. De temperatuur zakt iedere haarspeldbocht, de eenzaamheid stijgt iedere haarspeldbocht. Ik weet dat ik niet op moet geven, ik voel me sterk, dit wil ik en ik kan het. Langzaam voel ik werking van de thermokleding.

Als ik bij Kehre 7 rij zie ik de regen natte sneeuw worden. Als eerste voel ik of me sneeuwkettingen nog steeds onder me stoel liggen. Ik rij langs de lift die ik al weken volg, groen, klopt. Nu moet ik op gaan letten want Krummgampental ligt tussen Kehre 7 en 6.
Kwart over 11, punt bereikt, ik val stil. Geen idee of ik blij of verdrietig ben of wat dan ook. Motor uitgezet. Leeg, helemaal leeg. De buikpijn die ik al de hele ochtend heb was verdwenen. Zorgen kwamen er langzaam voor terug. Ik voel me vreemd. Drukkende hoofdpijn neemt steeds meer toe, ik weet het niet meer. Dit is wat ik wil, maar met sneeuwval heb ik geen rekening gehouden, alleen mijn sneeuwkettingen, maar die liggen 365 dagen per jaar in mijn auto.
Ik beslis eerst naar de Gletsjer te rijden en de nieuwe situatie te laten bezinken. Ik werp nog snel een blik, maar zie het beekje stromen en een paar sneeuwvrije stenen, opgelucht.

Gletsjer

Boven bij het gletsjer restaurant op 2705 meter, heb net koffie en Germknödel op. Er zitten hier honderden skiërs en toch voel ik me eenzaam. Buiten een grote mistwolk. Hooguit 50 meter zicht. Er valt droge sneeuw. Ik heb hoofdpijn, of het van de spanning of van de sneeuw is durf ik niet te zeggen. Ik moet eerst acclimatiseren. Mijn lijf heeft een stijging van honderden hoogtemeters doorgemaakt en dat merk ik al te goed. De voorspellingen zijn dat het vanmiddag beter wordt, droog en de zon kan doorbreken. Ga ik daar op wachten of niet. Ben zo in tweestrijd.

 

 

 

 

 

Krummgampental

Ik ben zo onrustig dat ik besluit om naar beneden te rijden. Op sommige plaatsen rij ik tussen sneeuwmuren. Het zicht is slecht, de weg is slecht. Aan de eigenschappen van een filmpje zie ik dat ik om 12.45 de parkeerplaats Krummgampental weer bereik. Ik verzamel al mijn spullen uit de kofferruimte en klim over een sneeuwhoop. Ik kies een nieuw spoor, modderig, maar redelijk te doen. De natte sneeuw wordt droger en hoor het tegen me jas tikken. Ik voel me sterk. Mijn oog valt op een groep stenen en zoek het beste pad om er te komen. Het is aan de andere kant van de beek. Via een paar stenen moet het te doen zijn, niet wetende dat aan de overkant mijn rechterschoen drijfnat is. Ik verloor mijn evenwicht, vast van de stress, kan er wel om lachen. Soppend loop ik verder, heb ik weer.

Uit mijn Tirol tas pak ik het beeld en zoek een plekje. Het liefste had ik een kleine steen uit de grond gehaald, zat los, maar had niet de kracht, na een tweede poging geef ik het op. De plek waar het beeld staat kan zo ook. Ik maak de steen droog waar ik hem tegenaan wil hebben. Ik merk dat ik aan het trillen ben. Ondertussen bleef het doorsneeuwen, steeds harder. Met een flinke dot lijm plak ik het beeld vast en de stenen die ik gisteren mee heb genomen bij beide bankjes plak ik er, met wederom een flinke dot lijm, onder. Beide zijn gegraveerd met onze namen en jaartal. Ik moet het beeld klem zetten met een steen erop. Rondom plak ik stenen die om het beeld liggen vast. In korte tijd een tube lijm leeg. Met de grootste precisie, als dat ooit nog los gaat. Ondertussen gaat het steeds harder sneeuwen, het lijkt wel ijsregen. Rondom het beeld leg ik voor de zekerheid nog wat extra stenen. Ik word verdrietig, maar dit lijkt direct te bevriezen. Ik neem de plek in mij op, nee nog meer stenen én lijm. Dit mag gewoon nooit verdwijnen.

Ik zoek nog een paar stenen uit die ik meeneem. Ondertussen zet ik een paraplu boven mijn tas, alles is al zeiknat.

De meegenomen foto van mijn vader zet ik naast het beeld tegen de steen, ik neem het in mij op. Het is zo gek, maar dit wilde ik.
Ik leg er 3 bloemen bij, 3 roosjes in verschillende kleuren. Bloemen uit elkaar, steeltjes raken elkaar. Ik strooi een deel van het ‘as’ over de bloemen en beeld. De andere helft verstrooi ik in de beek, beetje bij beetje. Tranen komen op, maar zijn snel weer weg. Ik lijk me niet te beseffen wat er gebeurd. Het gaat steeds harder sneeuwen. Ik voel me verdrietig maar sterk. Dit hoort bij mijn ‘droomreis’, dit is precies volgens mijn plan. Lange tijd staar ik naar het voorbij stromende water, het is hard maar de waarheid.

Koffie, dat wilde ik met hem drinken. Ik had hier helemaal geen trek in en van de geur werd ik misselijk. Symbolisch heb ik de beker leeggegooid naast het beeld. Het bewaarde Zoeterwoude water heb ik de grote steen mee overgoten.
Stilte, ik, papa en het geluid van de beek. Even wij en niets en niemand anders.

Ik pak alle spulletjes in. Maak een foto voor de exacte locatie en loop richting mijn auto, mijn vader hield ook van Ford. Ik leg alle natte spullen in de kofferruimte en plof in de auto, doodmoe. Laatste restjes energie die ik nog heb verzamelen en naar huis. Laat ik hem verdorie weer achter, maar ik heb nu tegen hem gezegd; ‘over een paar dagen ben ik er weer, echt dat beloof ik‘. Ik barst in huilen uit, er lijkt geen einde aan te komen.

31-05-2014

Zaterdag 31-05-2014 iedereen is weer bij elkaar.
Vanmorgen heel vroeg waker, begrijpelijk ik lag er gisterenavond vroeg in, ik kon niet meer. Rond 1 uur werd ik wakker dat de tablet nog aan stond, geen idee hoeveelste film er werd afgespeeld. Na een pot koffie leeg te hebben gedronken besloot ik naar Garmisch te gaan. Even iets heel anders dan al het emotionele. Geestelijk voel ik me doodmoe, lichamelijk fit genoeg de Zugspitze te beklimmen.

Even 9 uur rij ik Garmisch binnen. De zon breekt steeds meer door, genieten en onvoorstelbaar dat ik gister sneeuw heb gezien en gevoeld. De warmte van de zon doet me goed, ik geniet er echt van, tot ik het te warm krijg. Een paar winkeltjes in, heb het snel gezien. Ik voel dat er nog veel te veel onrust in mijn lijf is. Gelukkig helpt mijn boodschappenlijstje me enigszins. Sommige dingen blijven in Duitsland gewoon goedkoper als Nederland. En op mijn Vighy handcrème scheelt het gewoon 3 euro. De benzine blijft in Oostenrijk het goedkoopst. Er heerst hier volgens mij een benzine oorlog. Ik had 2 dagen geleden geloof ik wel de goedkoopste uitgekozen met 1.374 de liter.

Nadat ik bij de bakker ben geweest rij ik weer naar huis. Zo reed ik de heenweg met de verwarming aan en terug met de airco. Gezellig muziekje van Ilse de Lange, het kan weer. Gisteren na het plaatsen van het beeld kon ik geen muziek en geluiden verdragen, ik had behoefte aan veel stilte. Mijn gezicht voelde dood aan. Thuis stond de tv uren uit, alleen in bed had ik behoefte om een film te kijken. Denk dat de angst voor piekeren overheersender was.

Ehrwald

In Ehrwald rij ik naar de fotograaf. Vragen hoe het met Opa Hannes gaat, maar vooral om 5 foto’s af te laten drukken van gister en een portretfoto van papa die gisteren door de sneeuw helemaal was uitgelopen. Thuis alles uitgestald, het is echt zijn hoekje. Als ik er naar kijk zijn er vele gevoelens, alles loopt kris kras door elkaar heen, vooral de positieve lijken uitschieters.

Broodje gesmeerd en in de tuin gaan zitten. Heerlijk die zon, me energie level zakte, steeds meer, en ik wilde nog zo veel. Ik moest de 2 stenen uit het Kaunertal graveren én de buren waren niet thuis i.v.m. de herrie. Ik werd aan alle kanten afgeleid. Het is een vreselijke zooi in de woonkamer, de tafel ligt bezaaid met van alles en nog wat. Op de hoekbank is geen plek meer voor mijn billen. De verslagen rust in mijn hoofd uit zich door overal zooi. Na het checken van mijn mail besluit ik een sterke bak koffie te maken. Terwijl deze doorloopt doe ik een opruimpoging, koffie is een goede beloning. Ondertussen leg ik de graveerspullen gereed voordat ik het in de kast opruim.

Papa 2014

Nadat de koffie op is, gaat de stekker in het stopcontact. Als eerste graveer ik de goudbruine steen die ik bij mijn moeder haar bankje wil leggen. Ik zet er ‘Henk 2014’ op. Deze steensoort is heel anders dan de stenen van beide bankjes. Ik schrijf op de steen die ik bij mijn bankje wil leggen ‘papa 2014′ na de tweede, diepere, graveerronde zet ik het apparaat uit. Ik voelde de tranen opkomen, deze bleven maar stromen.

Om half 2 trek ik mijn schoenen aan voor een pittige, geplande, wandeling. Ik merk dat mijn hoofd op is en mijn lijf vol energie zit. Ik ben zo uit balans. Ik loop eerst naar het bankje van mijn moeder in het Lärchenwald. Als iedereen voorbij is zoek ik een goede plek om Henk en mijn steen op te plakken. Ineens besefte ik mij dat ik op mijn moeders bankje vrijwel altijd rechts zit. De keuze is snel gemaakt. Onder de plank waar een steunbeugel op zit plak ik de stenen beide met een flinke dot lijm vast. De derde tube al in 2 dagen. De goudkleurige steen valt goed op, als iemand normaal op het bankje zit zie je alleen een paar kleine hoekjes, je moet het weten.

Ik loop door over de Panoramaweg richting Biberwier. Deze wandeling heb ik niet meer gemaakt sinds mijn vader overleden is. Af en toe een stevige klim, maar weet waarvoor ik het doe. Er is veel veranderd sinds ik hier de laatste keer met mijn vader was en hem op de foto zette. Ik vervolg na een paar foto’s mijn route richting de Rochuskapelle. Een flinke daling, dat moet beslist spierpijn zijn morgen. Via ‘ons oude vakantiedorpje’ richting Lermoos over de Wagtersteig. Deze heb ik sinds 1993 niet meer gelopen, de laatste keer was met mijn papa. Maar ook nu is hij erbij, voor de laatste reis naar mijn bankje. Voor ik het weet ben ik in Lermoos en via het Moos loop ik naar mijn bankje. Veel fietsers onderweg en vanuit Lermoos zie ik een grote regenwolk aankomen, vanuit de Alm kant hetzelfde. Bij mijn bankje zocht ik naar een geschikte plek. Weer rechts bij de beugel, nu met de beugel ertussen. Ma aan de buitenkant en papa aan de binnenkant. 4 stenen geplakt en de tube is leeg. Tevreden loop ik naar huis.

 

 

 

 

Missie volbracht

Missie volbracht is het eerste waar ik aan denk. Alles wat ik nu nog doe is allemaal extra! Die gedachte voelt fijn. Ik heb gewoon alle wensen uit ‘mijn droomreis’ in vervulling kunnen laten gaan. De ruim 20 minuten van mijn bankje naar huis lopen, lopen de tranen en snottebellen sneller als mijn voeten. Voor het eerst voel ik me lichamelijk moe. Ik ben op tijd thuis voor de regenbui, ik kan zelfs nog in de zon zitten met een Amaretto-jus. Ik heb het verdiend, al heb ik hem net iets te sterk gemaakt.

Vanavond uit eten, heb ik verdiend. Ik twijfel of ik lopend naar Panorama ga, maar moet ook op mezelf passen, de auto dus. Vertrouwd negeer ik het bord [vrijhouden voor hulpdiensten] en als een, bijna echte, Tirolerin pleur ik mijn auto op de parkeerplaats boven tussen alle einheimische. Jammer, Moni is er niet.
De kaart hoef ik niet te zien, schnitzel met een Almdudler en salade van het buffet. Stamgast! Ondertussen leg ik mijn tablet op tafel om van me af te schrijven. Ondanks dat het lokaal redelijk vol zit voel ik mij wederom eenzaam. Wat is er aan de hand? Bord voor het eerst sinds dagen leeg, trots! Na een uur schrijven bestel ik nog een thee. Als ik straks thuis kom douchen en luieren op de bank. Trots op mezelf zijn, het mag nu echt!

01-06-2014

Zondag 1 juni 2014. Het was vandaag een extra dag. Ik had me gisteren voor het slapen voorgenomen dat als ik uit mezelf op tijd wakker zou zijn en het mooi weer zou zijn, ik nog een keer naar het Kaunertal wilde. Vanmorgen even over 7 werd ik uit mezelf wakker, blauwe hemel. Geen twijfel, gewoon gaan. Om even over 8 stapte ik in de auto. Rustig op de weg, ik zat vol energie.

Om kwart over 9 zag ik het bord ‘Gruss gott im Kaunertal‘ even later stond ik voor de mautstelle. Deze keer kreeg ik er stickers bij, waarom vorige keer niet? Ik rij op me dooie gemakje naar boven, ach snel kan het niet ook al is het rustig. Rijden naar de gletsjer is een spel tussen schakelen van zijn 2 naar 3 en weer terug. Bij het stuwmeer stop ik. Even twijfel ik of ik niet in een keer door zal rijden naar boven. Nee, ik stap uit en loop over de damwand. Het is zo overweldigend zo’n stuwmeer, ik voel me klein en gelukkig. Na diverse foto’s stap ik in de auto en vervolg mijn reis. Ik neem er de tijd voor en stop regelmatig om te genieten van het uitzicht. Mijn camera is mijn maatje vandaag. Als het weer vriendelijker is komt het landschap vriendelijker over. Zelfs voorbij trekkende wolken storen mij niet, ze maken het landschap nog specialer.

Als ik voorbij bord met nummer 22 rijd, tussen Kehre 7 en 6, staat de parkeerplaats vol. Ik rij verder, toch nieuwsgierig. Ja ik zie het beeld, wow. Een stukje verder kom snel tussen sneeuwwanden te rijden, imposant. Voor ik het weet ben ik bij de Gletsjer. Ik zoek een plekje voor mijn auto, ze hebben vandaag echt FC Knudde geparkeerd. Tussen 2 pistenbully’s, ik vind het een prima plek. Ik zie dat het pas kwart over 10 is. 3 uur geleden was ik net wakker en nu sta ik in de sneeuw.

Ik besluit om met de gondel naar het 3 landenpunt te gaan, ik stap in gondel 3. Boven besef ik me dat ik over de 3000 meter ben. De lucht is zeer ijl. De liftman schept de sneeuw in slow motion weg. Ik klim naar het hoogste punt, prachtig uitzicht, maar buiten adem. Er is niemand. Als er niet zoveel wind zou staan kan ik het hier nog uren uithouden. De zon brand op mijn gezicht, al 3 keer ingesmeerd. Ondanks de rust die hier heerst voel ik me niet eenzaam en alleen. Het eerste woord dat ik vandaag sprak was tegen de liftman toen ik met gondel 3 weer naar beneden ging. Wat is er aan de hand met het getal 3?

Relaxed

Beneden loop ik wat rond en ga op zoek naar het bankje waar mijn vader en moeder op zaten toen ik een foto van hen maakte, het was tijdens zijn laatste vakantie. Bankje niet gevonden, er is veel veranderd. Ik heb mijn grote boek mee maar kan de locatie niet achterhalen. Ik vermoed dat het bankje plaats heeft moeten maken voor de ‘nieuwe’ lift. Ik zoek een plekje uit, ga zitten, en geniet van de zon en het prachtige uitzicht. Onbeschrijfelijk. Ik geniet van de skiërs en snowboarders die bezig zijn met hun trainingen, hoog niveau. Ik ben relaxed.

 

 

 

 

Bever

Rond kwart over 11 besluit ik om, in slow-motion, naar mijn auto te lopen om naar beneden te gaan. Lunchen met papa, koffie heb ik mee. Na een paar bochten zie ik ineens een bever lopen, de eerste die ik ooit in levende lijve zie. Even later zie ik er meer lopen, ze lijken een hol te hebben. Ik heb een hekel aan mensen die ‘zomaar’ stil gaan staan aan de kant van de weg, deze keer was ik het zelf. Het was zo gaaf om te zien. Eén liep over de weg, een ander hield mij in de gaten, een echt fotomodel. Bijzondere beesten.

Bij punt 22 stop ik. Ik pak me spullen uit de auto en zie dat ik, als ik wil, met het openbaar vervoer naar mijn vader kan. Ik vraag me af of het bordje van de bus er 2 dagen geleden al stond. Het pad is modderig. Eenmaal op het officiële pad kan ik de modder van me schoenen stampen. 2 dagen geleden had ik een misstap met een vochtige schoen, nu dus goed opletten. Ik bestudeerde de beste route, andere als vorige keer.

bij mijn vader zijn

(13.15) Het geeft zo’n rust om hier bij mijn vader te zijn. Enige wat minder prettig is zijn mijn zeiknatte schoenen, sokken en binnenzolen. Deze keer niet van de natte sneeuw, maar door een misstap over de beek. 2 zeiknatte schoenen, een plas water erin, sokken en binnenzolen zijn om uit te wringen. Ik denk dat als papa dit had gezien hij dubbel had gelegen van het lachen.

13.15

 

 

 

 

 

mijnpapabeeld

Inmiddels zit ik hier al 1½ uur in totale ontspanning. Ik moet moeite doen om contact met mijn blote voeten te krijgen, dit is niet vanwege de kou. Er is een sluier aan bewolking en de zon probeert er al de hele dag doorheen te breken, lukt regelmatig, heerlijk. Op de achtergrond de stromende beek in het Krummgampental. Ik zit op een Droste boodschappentas met allemaal chocolaatjes. Winterjas over mijn schouders, broek ver opgerold, ik voel de natte rand rond mijn kuiten. Verbaasd dat het zo snel droogt. Links van mij de pizza broodjes en een thermosfles met koffie. Ik heb al 2 bekers op, smaakt goed op 2361 meter hoogte. Achter mij liggen mijn sokken en binnenzolen te drogen op een steen, om de steen ligt sneeuw. Rechts van mij mijn ‘waterschoenen’, Ik verheug me er al op ze straks weer aan te trekken. Daarnaast mijn Tirol rugzak met de vele speldjes, natuurlijk die van 35 jaar Ehrwald erop. In de tas, goed beschermd, mijn camera waar ik al vele foto’s van deze reis op staan. Links van mijn voeten uitzicht op ‘mijnpapabeeld’. Het is zo fijn er steeds weer een blik op te kunnen werpen. Bij de laatste blik realiseer ik mij dat er 3 grote stenen achter elkaar liggen. Papa, mama en ik. Als mijn moeder ooit dood gaat strooi ik haar hier uit en maak een beeld die ik op de volgende steen plak; Familie B.-Kaunertal. Ik begrijp dat mijn papa het hier zo mooi vond en vindt. De rust, het prachtige uitzicht, de warmte van de zon, de ongerepte natuur.

Familie B.-Kaunertal

 

 

 

 

Girl power

Zojuist het derde bakkie koffie ingeschonken, als deze op is ga ik de losliggende stenen die ik 2 dagen geleden niet vast heb gelijmd vereeuwigen. De andere stenen en het beeld liggen muurvast, echte girl power!

Om 16 uur besluit ik mijn spullen te pakken, tja dit is voor nu echt het laatste moment. Een mooi en vredig moment. Ooit kom ik hier terug. Papa is hier. Vereeuwigd. Een traan komt op, ik ben helemaal niet verdrietig, ik voel me ontspannen en voldaan. Ik ben trots op mezelf en dat is mijn papa ook, ik weet het zeker. Deze dag van mijn ‘droomreis’ is extra, zo voelt het ook.

Over het beekje springen gaat deze keer goed, al voelen de natte schoenen onaangenaam. Gelukkig heb ik me slippers mee. Het is warm in de auto. Terwijl ik naar beneden rijd geniet ik van de prachtige uitzichten. Dan ineens schrik ik me rot, een hert, of misschien wel een Steenbok schiet de weg over, alles verder prima. In een dik uurtje rij ik met vrolijke muziek aan naar huis. Ik zit nog vol energie, dat was 2 dagen geleden wel anders.

Thuis voel ik de vermoeidheid, en zet mezelf snel in de chill modus. Ik bekijk mijn prachtige foto’s en geniet na van deze bijzondere dag, hier word ik blij van. Een vreemd en onbeschrijfelijk gevoel dat diep zit.

02-06-2014

Op maandag 2 juni 2014 begint mijn vakantie. Al mijn wensen zijn in vervulling gegaan en niets hoeft meer, alles mag. Nou ja, ik moet vanmorgen naar zuster Liesbeth voor een hooikoortsprik. Vooraf ga ik naar de Spar, een klein bedankje kopen. Ik merk snel dat ik te warm ben aangekleed. Thuis verkleed ik mij en ga eerst op weg naar de Intersport, Gerd gedag zeggen, maar hij is er niet. Te vroeg voor Liesbeth loop ik een ommetje door het dorp, langs het kinderland, en zie Gerd, Lisa en andere oud collega’s staan. Ze zijn druk bezig en wil ze verder niet storen. Ik slenter verder, het is heet in de zon. Na een bakkie koffie en een prik bedank ik Liesbeth, ik vertel kort over mijn geslaagde missie en loop naar huis. Regen. Kletsnat kom ik thuis, weer verkleden.

Na de lunch houd het niet op met regenen. Ik besluit om even naar Füssen gaan. De hele dag binnen zitten is niet goed. Onderweg verbaas ik me dat er geen regen is gevallen. In Füssen trek ik me jas maar aan met een T-shirt eronder. Ik zie zwarte wolken en mijn jas kan beter tegen de regen als mijn vest. Het is er gezellig druk. Ik loop een rondje en ga vervolgens nog naar de supermarkt. Inmiddels komt het hier met bakken uit de hemel. Als ik richting Ehrwald rij is er van de regen die vanmiddag viel niets te merken. Ik geniet op het balkon van de zon, heerlijk vakantie!

03-06-2014

Dinsdag 3 juni 2014 schiet ik om 11 uur wakker. Voor mij, als soms extreem vroege vogel, bijzonder. Heb heerlijk geslapen na mijn lavendel bad, huidolie en traum schön thee. Het is voor mij een teken dat ik echt moe was en er aan toe kon geven. Ik geniet van de eerste slok koffie die ik op nuchtere maag mijn lijf binnen voel gaan.

Ik doe het vandaag rustig aan, ik heb tenslotte vakantie. Nadat ik de woning betaald heb rij ik naar Garmisch voor broodjes en wat andere reis proviand voor morgen. Het weer vandaag ik wisselvallig. Ik reed uit Ehrwald weg met 23 graden en zonnig. Richting Garmisch werd het donkerder en steeds koeler en voor ik het wist reed ik in een enorme hoosbui. De terugweg was het omgedraaid. Na de lunch begonnen met het één en ander al in te pakken. Ik heb hier altijd al een hekel aan gehad. Waarom past het op de heenreis wel in 2 tassen en op de terugweg niet.

Even over drie rijdt er een auto de oprit op en toetert. Dan hoor ik ‘Steffie‘. Ingrid komt op de koffie. Ze vraagt om een slappe bak koffie anders kan ze niet slapen. Ik doe me best. Ik vind het een te slappe bak, Ingrid schreeuwt het uit, veel te sterk. De komende drie uur word ik bijgepraat over alle Ehrwalder nieuwtjes, sommige zijn oud. Na 3 uur ben ik suf gekletst en alle stilte van de afgelopen dagen is ingehaald.

Afsluiting Droomreis

Als afsluiter van deze ‘droomreis’ ga ik uit eten bij. Panorama. Moni is er deze keer wel en verbaasd dat ik alleen ben. Dinsdag is duidelijk niet mijn dag, geen idee waar ik trek in heb. Uiteindelijk na drie keer de kaart te hebben gebladerd besluit ik om, zoals altijd, schnitzel te nemen. Ik heb niet heel veel trek, ik voel me moe en suf gekletst.

Thuis spring ik onder de douche en herhaal het relax programma van gister, wetende dat ik morgen echt niet zo lang kan slapen…

De enige vraag die ik nog heb is waarom er op het bord Krumgampental staat en verder overal Krummgampental, dat kan in Nederland.

Inspiratiebron

Verlaat Verdriet (Ver)Werkboek

Mijn moeder hield van Fresia’s

Fresia’s

Mijn moeder (overleden in 1957, ik was 8) was een hartstochtelijk tuinierster. Als kind vond ik dat heel normaal. Ik vermoed dat ik dacht dat alle moeders dat deden. Mijn moeder was niet alleen een hartstochtelijk tuinierster, ze was ook een tuinierster die andere mensen inspireerde, heb ik later begrepen.
Ik heb dat niet geërfd van haar, dat tuinieren omdat je van tuinieren houdt. Wel is de betekenis van mijn tuin ingrijpend veranderd nadat ik, nu zo’n tien jaar geleden, van mijn woonplek ook mijn werkplek maakte. Mijn tuin moet een tuin zijn waar het goed toeven is. Dat betekent dat ik regelmatig, en zeker wel met plezier, tijd inruim om in mijn tuin te werken.
Vandaag is het goed tuinwerkweer. Ik sta ik weer eens op mijn kop tussen de planten, als er ineens door mijn hoofd schiet: mijn moeder hield van Fresia’s. Een zin die ik vaak van Verlaat Verdriet-ers hoor in de basisworkshops Verlaat Verdriet. Zowel van vrouwen als van mannen. Mijn moeder hield van Fresia’s.

Ik ben er altijd benieuwd naar.
Houden moeders echt van Fresia’s?
En zo ja: van witte of van gele? Of van paarse? Of van oranje?
Hielden moeders vroeger van Fresia’s?
Hielden alleen vroeg overleden moeders van Fresia’s?
Houden moeders van nu ook van Fresia’s?
Is dat bij bloemverkopers in den lande bekend? Weten die dat moeders van Fresia’s houden?
Verkopen bloemverkopers aanzienlijk veel meer bossen Fresia’s op Moederdag?
Zijn Fresia’s moederbloemen? En zo ja: waarom?

Ik weet het nog steeds niet. Wel schoot me vanmiddag in de tuin te binnen dat mijn moeder een Ex Libris had, gemaakt in maart 1935 door een mij onbekend iemand (hoewel die mij onbekende iemand ook wel eens mijn vader geweest kan zijn, die maakte nog wel eens wat), met daarin een afbeelding van een Fresia.

Eén moeder heb ik al.
Mijn moeder hield van Fresia’s!

Brief aan mijn moeder

Lieve mama,

Ik weet niet of ik je ooit eerder een brief heb geschreven. Misschien een sinterklaasgedicht, misschien een briefje op het aanrecht waarop stond waar ik was.
Dit wordt een andere brief. Ik ben er achter gekomen dat ik iedere dag nog worstel met het feit dat je er niet meer bent.
Na 30 jaar blijk ik behoorlijk in de knoop te zitten. En veel wijst er op dat dat komt door dat ik nooit echt afscheid van je heb genomen. Of heb kunnen nemen.
Opeens was je uit mijn leven. Ik heb je niet meer gezien, niet meer je gezicht. Je lag stil in bed. Te stil. Ze vertelden me dat je gezicht beschadigd was, dat je misschien pijn had gehad en je daarom gekrabd had.
Ik dacht toen dat het beter was om je me te herinneren zoals ik je kende. Levend. Maar heb me nooit kunnen realiseren dat ik me daarmee misschien wel het echte rouwen ontzegd heb.
Pas een paar weken geleden vertelde tante C me dat ze me, toen je overleden was, nooit heeft zien huilen. Zij maakte zich daar toen zorgen om. Ik weet dat niet meer. Mijn nichtje bevestigde toen ik er laatst naar vroeg dat de aandacht in die tijd in ieder geval niet naar mij uit ging en dat ik erg rustig en stil was. Anderen vroegen meer aandacht in hun rouwproces…

Later vertelden mensen me dat je het jammer zou hebben gevonden dat ik zoveel met papa op trok en niet met jou. Naar de Albert Cuyp, Waterlooplein. In mijn herinnering ging ik echter wel vaak mee met je naar tennis, naar je werk, de tuin, boodschappen doen (de kaasboer, slager..), mee naar tante N, op bezoek bij oom M in het verzorgingstehuis…of was ik toen jonger? Mijn herinneringen aan die tijd zijn erg vaag. Ik realiseerde me deze week pas dat ik je gezicht niet meer voor me kan zien. Alleen de beelden foto’s maar niet uit mijn eigen herinnering. Ik heb in ieder geval nooit bewust papa meer opgezocht dan jou.
Ik merk dat ik nu ook net zoveel van jou als van papa in me heb. Jouw creativiteit, enthousiasme met koken, naaien, tuinieren, mensen ontvangen, dingen organiseren, helpen op school.
Papa’s gevoel voor natuur, techniek, water, muziek.
Ik denk dat ik jouw uiterlijk heb al kan ik dat zelf niet zo goed beoordelen. Ik hoop dat ik je niet teleurgesteld heb en je het idee gegeven heb dat ik papa leuker vond dan jou. Jij was er altijd voor ons, misschien was dat het… Iets te veel “for granted”. Daarom sta je ook bijna niet op foto’s…die nam jezelf bijna altijd. Niemand realiseerde zich dat er daardoor geen foto’s van jou waren.
Cijferde je jezelf weg?
Heb ik dat van jou? Anderen helpen, maar jezelf vergeten?
Op je eigen verjaardag te druk met gasten verzorgen ipv zelf jarig zijn.
Dat is mijn valkuil nu. Papa kon de aandacht prima naar zich toe trekken, met grappen, met zijn gitaar. Was jij wel gelukkig? Op de paar foto’s die we van je hebben kijk je erg zorgelijk. Misschien voel ik me wel schuldig dat ik dat niet eerder heb onderkend.
En wil ik nu iedereen pleasen, helpen, blij maken, vrolijk maken, ontzorgen… voordat het misschien niet meer kan. Ik heb je die laatste hete grog nooit meer kunnen brengen, nadat je de avond ervoor grieperig naar bed bent gegaan. Ik kan jou nu niet meer helpen. Maar ik hoop dat je mij nog wel kan helpen….door me los te laten. Dat ik je me gewoon kan herinneren zoals je was. Dat het gewoon domme pech was dat je er niet meer bent. Een kutbacterie in je bloed. Dat ik daar gewoon verdrietig om kan zijn. Eindelijk. En dat jij daarmee ook kan voortleven. In mij, in mijn kinderen… die je nooit gekend hebt maar die jou wel kennen, door mij. Jouw schilderij heeft een prominente plek in ons huis. Je pannen en keukenspullen staan in onze keuken. Wij hebben ook zwartebessenstruiken in de tuin. Terwijl ik dit schrijf luister ik naar muziek van Conny Vandenbos en Robert Long. Die zijn er inmiddels ook niet meer. En de tranen blijven maar komen. Ik schaam me zo voor wie ik ben, wat ik ben. Ik wil zo graag goed zijn en goed doen, maar lijk alleen maar dingen kapot te maken. Ik hoop zo dat ik straks wel de man ben die ik kan zijn, die ik moet zijn; de zoon waar jij trots op kan zijn, de vader waar mijn kinderen recht op hebben, de vriend en vader voor mijn vriendin en haar zoontje die mij ook zo nodig hebben. Die zelf ook volop kan genieten van het leven. De man die trots op zich zelf kan zijn zoals hij is.

Help me mama. Ik hou van je. Maar laat me los.

Maarten
42 jaar, 12 jaar toen zijn moeder overleed door ziekte

Afbeelding

Johannes Vermeer
Brief

 

Tastbare herinnering: een praktijkvoorbeeld

 

 

 

 

 

 

Tastbare herinnering

Deelnemers aan de basisworkshop Verlaat Verdriet nodig ik altijd uit een tastbare herinnering mee te nemen naar de workshop. De meeste Verlaat Verdriet-ers kunnen iets meenemen. Soms is dat een sieraad van de overleden ouder, soms zelfs een ring die de Verlaat Verdriet-er dagelijks draagt. Ook kan het gaan om een bril, een portemonnee, een borduurwerkje, een kledingstuk. Of, zoals iemand ooit meenam: de eigen doopjurk, gemaakt door haar moeder. Of iemand heeft uit de ringen van de ouders een nieuwe ring laten maken.
In de loop van vele jaren heb ik allerlei soorten van tastbare herinneringen aan overleden ouders te zien gekregen.

Poëzie-album

‘Ik kon niet voldoen aan je vraag naar een tastbare herinnering’ zegt I., deelneemster aan een workshop van een paar maanden geleden. ‘Ik heb niets bij me, want ik heb geen tastbare herinneringen aan mijn moeder. Ik heb helemaal niets van mijn moeder.’  Ook dat komt voor. Soms heeft iemand helemaal niets. Dat is pijnlijk. Heel pijnlijk voor deze Verlaat Verdriet-ers. Ze hebben het gevoel niets van hun overleden ouder te hebben. En worden daar op een pijnlijke manier in de aanloop naar de workshop, en tijdens de workshop, aan herinnerd. Dat bezorgt deze Verlaat Verdriet-ers verdriet. Veel verdriet.

Toch blijkt het gevoel geen tastbare herinneringen aan de overleden ouder te hebben in veel gevallen in het echt een gevoel te zijn, en blijkt de werkelijkheid er eigenlijk anders uit te zien.
Zo ook bij I., die er werkelijk van overtuigd was ‘Ik heb geen tastbare herinnering aan mijn moeder.’ Gaande de workshop vertelde I., zomaar, bijna achteloos: ‘Mijn poëzie-album van vroeger ligt boven, in de kast. Ik weet precies waar dat ligt. Mijn moeder heeft er in geschreven.’ 

Na afloop van de workshop loop ik naar boven, naar mijn eigen kast, waar mijn eigen poëzie-album ligt. In dat album heeft mijn moeder geschreven. Ik pak het album uit de kast, sla het open, en voor het eerst zie ik in een oogopslag de datum waarop mijn moeder in mijn poëzie-album heeft geschreven. Vijftien december 1957. Dat album kreeg ik ongetwijfeld een paar dagen eerder op mijn verjaardag cadeau. Elf dagen nadat ze in dit boekje schreef overleed mijn moeder.
Ik heb me dat nooit eerder zo bewust gerealiseerd.
Nu wel.

Lees meer

Herinneringsboeken

Paradigma shift

Lieve Mamma,
Dit is een welkomstbrief voor jou!
Ik dacht altijd dat de dood stond voor afscheid, rouw, verdriet, treurwilgen, zwart/grijs en donkerheid. Dat is er ook allemaal geweest en nu realiseer mij dat ik zover ben om het tegenovergestelde toe te laten!

Ik omarm je. Heet je welkom in mijn leven en zeg tegen je: ‘Kom bij me vanuit de staat waarin je nu bent. Je mag er zijn voor mij’.
Afscheid is een vorm van welkom heten. Ik had alleen eerst het acceptatieproces met mezelf nog te klaren. Te accepteren dat je er nu voor mij kunt zijn, vanuit een rijkere vorm. Op afroep beschikbaar ten allen tijden, zeg maar.

Als kind heb ik nachtmerries gehad en was ik bang dat je aan mijn bed zou verschijnen. En in het donker was ik bang. Logisch, 14 jaar en bang voor de dood. Ik heb lange tijd gevochten om het verdriet toe te laten en zocht opvulling van het gemis altijd bij anderen, om zo jouw gemis te verzachten. Terwijl de stap naar jou zo eenvoudig is. Je was er altijd al en ik zag het lang niet. Tot het moment dat ik met je afsprak – alweer meer dan 10 jaar geleden – dat je mij een Beagle zou laten zien, als je in de buurt was. Op aanraden van een wijze vrouw. ‘Spreek met je moeder af dat ze zich laat zien in een vorm waar jullie beiden van hielden. Mijn opa hield van zwanen en dus heb ik met hem afgesproken dat hij mij zwanen toont’.  We hielden allebei van Joris, onze hond, een Beagle die in die tijd deel uitmaakte van ons gezin. Heerlijke gewaarwording altijd, op heel onverwachte momenten, dat je mij een Beagle toont. Ik glimlach dan altijd en denk dan altijd aan je.

Geen afscheid heb ik van je te nemen, ik heb je te verwelkomen.  Dus bij deze doe ik het sterfbed over, samen met jou. Ik visualiseer dat ik aan je sterfbed sta rond een uur of zes. Het is 26 juni. Ik ben alleen met jou op jouw grote mooie kamer in het ziekenhuis. Wat een luxe om alleen met jou te mogen zijn. We kijken naar buiten en we zien een mooie zomeravond met heerlijk licht.

Dialoog

Ik vraag mijn moeder als klein Lotje:  ‘Heb je weet gehad dat ik als klein Lotje zo hard heb gewerkt om de boosheid bij je weg te nemen en dat ik als klein Lotje heel lang bang ben geweest voor jou, voor je boosheid vooral en je onvoorspelbaarheid? Ik heb me niet altijd veilig gevoeld, zeker niet toen ik als baby van je afgescheiden was, gedurende te lange tijd.’

En terwijl klein Lotje dit zegt, omhels ik als 42 jarige, klein Lotje en geef kleine Lotje een kus op haar hoofd als teken ‘Dappere vraag, petje af ‘.

Mijn moeder zegt: ‘Dat heb ik nooit geweten. Ik schrik hier enorm van en wat spijt me dit. Dit is nooit mijn intentie geweest. Ik zou willen dat ik dit ongedaan kan maken. Ik heb dit nooit zo bedoeld. Ik vind het heel erg om dit te horen en heel pijnlijk. Maar het doet me goed dat je dit tegen me zegt, want nu krijg ik de kans om jou hiervoor mijn excuses aan te bieden. Ik kan het niet ongedaan maken, maar ik heb jou dit nooit aan willen doen. Het verscheurt me van verdriet om dit te horen. Het doet me zo pijn dat ik jou dit heb aangedaan. Ik heb dit niet altijd goed gedaan, realiseer ik mij en heb jou hierin ernstig te kort gedaan.’  

‘Ik wist het niet’, zegt ze, dat ik dit klein Lotje heb aangedaan en ze moet huilen.
Dikke, grote tranen zie ik bij mijn moeder, terwijl ze dit uitspreekt!
‘Ik vind het zo erg om te zien dat ik je zo’n pijn heb gedaan, lief klein Lotje’, zegt ze tegen mijn kindje, dat ik als het ware als 42 jarige op schoot heb. En ik, grote Lot, moet ook heel hard huilen.

Dikke tranen bij grote Lot en terwijl ik mijn moeder met grote betraande ogen aankijk zeg ik tegen mijn moeder: ‘Dat maakt me verdrietig. Het spijt me, dat ik het als klein kindje nooit aan je kenbaar heb kunnen maken. Maar dit kun je klein Lotje niet kwalijk nemen.’
Ik kijk naar klein Lotje en zeg dat haar niets kwalijk te nemen is. Klein Lotje glimlacht….en is verlegen.

Ik vraag als volwassen Lot of mijn kleine Lotje er al aan toe is om mijn moeder te vergeven? Ze draait zich om naar mijn moeder toe en knikt. ‘Dat kan ik’, zegt ze, door haar tranen heen. Op fluistertoon, maar ze kan het. En kun jij ook jezelf vergeven? Ja, dat kan ze ook.

Vervolgens zeg ik tegen mijn moeder:  ‘Ik geef je al de emoties terug die kleine Lotje tot nu voor jou heeft gedragen en ook die ik nog voor je draag als volwassen Lot. Dat hoort bij jou en niet meer bij ons. Jouw verdriet en woede hoort bij jou en daar ben jij zelf verantwoordelijk voor. Ik heb mijn verdriet te dragen als grote Lot en jij als mijn moeder hebt jouw verdriet en woede en angsten te dragen. Die horen niet bij mij, noch bij kleine Lot.
Ik, als grote Lot, draag wel vanaf nu het verdriet van kleine Lot, dat is niet meer jouw taak. Daar ben ik nu verantwoordelijk voor. Het mag niet zo zijn dat kleine Lot tussen ons in hangt’.

En ik vraag dus mijn moeder of ze het goed vindt dat ik vanaf nu zelf voor klein Lotje ga zorgen. Dat ik dit vanaf nu overneem van haar. En ze vindt dit goed.

‘Ik ben trots op je’, zegt ze me. ‘En ik zal er zijn voor jullie, altijd’. Ik ga nog even door en vraag aan kleine Lot, of ze zich veilig genoeg voelt om nu in mijn handen te zijn. Dat ik als grote Lot vanaf nu open zal staan voor de emoties van kleine Lot, als dit nodig is.
‘Dat is goed’, zegt klein Lotje en ze omhelst me terwijl ze op mijn schoot wegkruipt. ‘Dank je wel voor je vertrouwen’, fluister ik haar toe.

 

We vervolgen de dialoog

Ik zit nu aan je sterfbed en neem afscheid van jou: een zieke mamma.
Ik omhels je als 42 jarige en zeg door mijn tranen heen: ‘Ik laat je los, opdat je er weer voor mij kunt zijn.
Je kale hoofd, je zieke gelaat, je lichaam zo op en verzwakt, opgezet ook van het vocht dat je vasthoudt. Ik zie je en ik kan ook in deze staat, waarin je bent, van je houden. Het is een schat van rijkdom die je me hierin meegeeft. Want ‘wat het lichaam is’, ben jij niet. Klein Lotje wilde deze afgetakelde kant van jou lange tijd niet zien. Ze vond dit gewoon heel akelig. Lastig ook, want jij was zo’n mooie moeder om te zien.
‘Kun je haar dit vergeven?’, vraag ik mijn moeder?
‘Ja natuurlijk’, zegt mijn moeder.
Nu zeg ik tegen klein Lotje bij je sterfbed
‘Kom maar. Je hoeft niet bang te zijn. Ik ben bij je. Omhels mamma maar, wat je ziet is mamma in een ziek en verzwakt lichaam’.

En klein Lotje omhelst mamma en geeft haar een kus en zegt:  ‘Dag mamma, tot strakjes. Ik houd zoveel van je. Ik heb je lief, voor altijd. Ik heb teveel mijn best gedaan om je niet tot last te zijn in de laatste fase van je leven. Daarin heb ik niet altijd goed voor mezelf kunnen zorgen. Ik heb me wat weggecijferd, tussen al het grote- mensen-geweld, die allemaal bij je wilden zijn. Ik had gewild dat ik beter voor mezelf had kunnen zorgen hierin. Meer tijd voor mezelf had kunnen opeisen. Het spijt me dat ik wat bang was voor hoe je eruit zag. Ik had gewild dat ik het kenbaar aan je had kunnen maken. Ik was gewoon bang voor je veranderende uiterlijk en voor je aftakeling en voor mijn eigen gevoelens in die tijd. Die waren verwarrend. Ik heb boosheid, onmacht, verdriet en eenzaamheid gevoeld en ben dichtgeklapt omdat ik niet de woorden had om deze gevoelens kenbaar te maken. Het was teveel. Ik heb me verstopt’.

En ik hoor mijn moeder zeggen tegen klein Lotje ‘Kom maar. Ik neem je helemaal niets kwalijk. Je bent nog veel te klein hiervoor en weet: ik neem geen afscheid van jou. Nooit. Wel laat ik dit lichaam nu even voor wat het is. Dit lichaam is uitgeput. Dat laat ik nu los. Ik kan er vanuit dit lichaam niet zo goed voor je zijn, weet je. Dat heb ik los te laten. Op dat ik terug kan keren in de vorm die jou zo vertrouwd is. Het spijt me dat ik jouw behoeften niet goed heb kunnen zien, indertijd. Dat doet mij heel veel verdriet. Dat heb ik nooit gewild. Dat doet mij veel verdriet. Ik was te verzwakt om nog oplettend te kunnen zijn voor wat jij nodig had. Mijn zieke lichaam was op. Ik vond het afschuwelijk dat ik er niet meer voor je kon zijn en jij mij op mij kon leunen. Maar gelukkig is grote Lot er nu voor jou en kan ik zien wat jullie nodig hebben en dat zal ik geven in overvloed.
Ik zie alles, voor eeuwig en altijd en er is altijd ruimte om het gesprek met mij aan te gaan. Waar en wanneer jij maar wilt. En ik houd van jou, onvoorwaardelijk! En ik spreek met jou, Grote Lot, het volgende af. Verwelkom mij nu en ik zal er zijn. We gaan nog vele mooie gesprekken met elkaar hebben. Afscheid bestaat niet, dat kan helemaal niet. Welke gek heeft je dat wijsgemaakt?!
Het fysieke gemis kan ik niet voor je verzachten, dat lichaam heb ik los gelaten.’

En ik vraag mijn moeder  ‘Mag ik af en toe dan nog een gesprekje met je aanknopen, zoals dit, om zaken even op te lossen, die nog op te lossen zijn?’.
En ze zei ‘Altijd. Wat een geluk heb jij, dat ik er altijd voor jou zal kunnen zijn, overal. Ik leef voort in jou en ben je beschermengel op jouw pad. Klein Lotje laat ik over aan jou, maar ik ben er voor jullie beiden als dat nodig is. Maar nu wil klein Lotje even bij jou zijn en niet bij mij. Anders is het verwarrend voor haar. Maar voor jou, als mijn volwassen dochter, voor jou ben ik er: nu en voor altijd. Ik laat je nooit los. Ik zal zien hoe je groeit en groeit.
Bij elke mijlpaal sta ik naast je en leg mijn hand op je schouder.
Ik sta achter je, opdat jij volledig in het licht zult staan.
Dit keer jij en niet ik. Ik weet dat ik met mijn verschijning jou soms wat in de schaduw heb gezet, dat heb ik me niet altijd gerealiseerd. En weet: klein lotje staat voor je en zal stralen met een lach en genieten!

Ga nu in liefde. Laat je hart zien aan de wereld. Ze hebben er recht op. Je zult een groot geschenk zijn voor ieder die jou mag ontmoeten. De man of vrouw die je binnenkort in je leven gaat tegenkomen heeft bijzonder veel geluk. Echt waar.
Huil niet dat je geen baby hebt. Je bent niet mislukt als moeder. Je hebt jezelf hierin te vergeven. Jij bent al lange tijd een moeder voor je kleine kindje en dat was niet altijd gemakkelijk voor je. Als al iemand jou dat heeft aangedaan dan ben ik dat geweest, jouw moeder.
Maar weet: ik gun jouw de allergrootste liefde van de wereld, wie het ook is. Want ik ben je moeder en die gunt haar kind het allerbeste van deze wereld.
Ik houd van jou en nu je mij in je armen hebt gesloten en weer hebt verwelkomd, zeg ik: ‘Ga in liefde en ontvang het in overvloed. Je kunt het’.